Geen kunstmest, minder dieren en meer bomen: hoe Bart en Geertje uit Terwispel zeven-vinkjes-boeren worden (vertaling)

Dit is een vertaling van een artikel uit de Leeuwarder Courant. Klik hier voor het originele artikel.

Toen Bart Berga op zijn dertigste de boerderij van zijn vader overnam, had hij grote ambities. „Ach ja. Hoe giet dat?”, blikt hij terug. „Je bent jong en je wilt vanalles. Het moet alsmaar groter.” Hij droomde van meer koeien, een grotere stal, meer machines.

Maar een paar jaar geleden daalde het besef bij hem in: dit was niet wat hij wilde. Hier zou hij niet gelukkig van worden. Waarom? „Het was een gevoel.” Zijn vrouw Geertje: „Het paste niet bij hem. Dat was het denk ik. Als je groter wordt, komen er ook meer lasten, meer drukte. Je hebt personeel nodig. Niet iedereen wil dat. Wij zijn gene Boer-Zoekt-Vrouw mensen, dat niet. Het is geen romantisch boerenleven. Wij houden het liever kleinschalig.”

Misschien was het ook wel het knagende gevoel dat almaar groter altijd ten koste gaat van iets anders. Van jezelf, van je dieren, van je land. „Ik dacht: dit kan zo niet langer. Dit moet duurzamer. Want als je naar de toekomst kijkt, is dit eindig.”

Tien jaar geleden verlegden ze daarom de koers. De Berga’s (inmiddels 51 en 49) gingen op hun bedrijf, net buiten Terwispel, minder koeien melken, deden wat verder weggelegen percelen weg en bouwden het strooien van kunstmest af. Verder volgde Bart een cursus over de bodem. „Dat opende echt mijn ogen. Toen besefte ik dat we de grond lui maken, hoe slecht het is om kunstmest te strooien. Ik heb er zelfs een beetje een hekel aan gekregen.”

Zeven vinkjes van Urgenda voor andere landbouw

Ze boeren dus op een andere manier. Met een werkwijze en opvattingen die goed passen bij de plannen die Urgenda begin dit jaar ontvouwde voor een andere invulling van de landbouw. Toen de milieuorganisatie boeren zocht voor een proefproject, hapten ze direct toe. „Het past perfect bij mij”, zegt Bart. “We krijgen precies de handvatten die we nodig hebben.” Geertje: “Het sluit zo mooi aan.”

Urgenda wil naar een nieuw landbouwsysteem op basis van zeven principes: de zeven-vinkjes-landbouw. Onderdeel daarvan is meer zorg voor de bodem, minder koeien per hectare, uitgebreide weidegang, ruimte voor natuur, geen kunstmest en zo goed als geen pesticiden. Urgenda ziet het als de oplossing voor een hele trits problemen. Volgens de eigen berekeningen van de organisatie zou Nederland op deze manier de klimaatdoelen halen, stikstofuitstoot terugbrengen, waterkwaliteit verbeteren, de biodiversiteit herstellen en tegelijkertijd ook nog ruimte maken voor nieuwbouw van duizenden woningen.

Met boeren in Noord-Nederland wil de organisatie ontdekken of hun plannen ook in de praktijk werken. Daarbij bieden ze kennis en ondersteuning, maar ook een financiële bijdrage. De deelnemende boeren krijgen tien jaar lang 1000 euro per hectare, met een maximum van 30 hectare. Dat geld kunnen ze gebruiken om de overgang naar een nieuw systeem te verzachten. In Friesland zijn Bart en Geertje de enige deelnemers.

Is die extra bijdrage van Urgenda voor jullie genoeg om de omslag te maken?

Bart: „Ja, voor ons is het genoeg. Wij kunnen ons er hele goed mee redden.”

Het zou ook een blauwdruk voor de hele boerenstand moeten zijn. Hoe kijken jullie daar tegenaan?

Geertje: „Dat vind ik lastig. Het past heel goed bij ons bedrijf. Maar ik kan niet ontkennen dat dat voor andere boeren niet zo is. Niet elk bedrijf leent zich er voor. En je moet er ook achterstaan. En zelfs dan. IHet ziet er heel mooi uit, een ander systeem, maar de kosten blijven. Als je dat niet kunt betalen, wordt het heel lastig. ”

Bart: „Het gaat erom een ​​balans te vinden. Dat geldt ook voor ons. Het is niet altijd makkelijk geweest. Er zijn momenten geweest dat ik dacht: we geven het op. Moet dit echt zo zijn?”

Hoe kom je dan toch door zo’n moment heen?

Bart: „Je zit in een dilemma. Dan moet je erover praten. Zo van: wat doen we? Maar we hebben ervoor gekozen. Dan moeten we doorzetten. Er moeten ook mensen zijn die voorop durven lopen.”

Geertje: „Je weet ook: dit is toekomstbestendig. Je wilt het zo goed mogelijk doen. Boer zijn zit in Barts DNA. En dan wil je ook dat ik door kan. Dan moet je deze keuze maken..”

Dat lijken me best moeilijke gesprekken. Hebben jullie het er veel over?

Geertje moet lachen: „Het is niet zo dat we er de hele tijd over zitten te praten, meneer. Je praat er gewoon over aan de keukentafel, of in de auto. Dat is heel natuurlijk. Je hebt een bepaald idee en je wilt ermee verder.”

Niet alleen melkveehouder maar ook zuivelproducent

Wat bij de Berga’s meespeelt, is dat ze niet alleen melkveehouder zijn. Aan huis verwerken ze met Westerleane Boer & Zuivel ook zelf een deel van de melk tot onder meer yoghurt, vla en chocolademelk. „Dat begon heel klein.”, vertelt Geertje. „Ik was gewoon wat aan het werk in de keuken. Maar nu is het echt een stuk groter.” In de schuur hebben ze een zuivelruimte en er is een boerderijwinkel.

Het begin van de zuiveltak en de omslag op de boerderij waren zo ongeveer in dezelfde periode. De zuivel geeft een extra inkomstenstroom en bovendien een andere kijk op wat het is om boer te zijn.

Bart en Geertje Berga in hun boerderijwinkel.

Bart en Geertje Berga in hun boerderijwinkel. Foto: Jilmer Postma

„Er zijn hier altijd al miljoenen liters melk van de boerderij gekomen.”, zegt Geertje. „Maar als boer zie je de melk niet. Je hebt er eigenlijk niet zoveel mee te maken. Toen we het zelf gingen verwerken, werd het heel anders.” Bart: „Je wordt je veel bewuster van het product en de impact die je erop hebt.”

Het zijn tastbare resultaten. En die geven houvast. Dat geldt op het land net zo goed. Al is het daar wel meer een kwestie van de lange adem.

Het stoppen met kunstmest, liet zich bijvoorbeeld flink voelen. De opbrengsten daalden, het land lag er minder mooi bij. „Met kunstmest krijgt het land een soort infuus.”, zegt Bart. „Als je dat weghaalt, schop je alles in de war” Geertje: „Je vraagt ​​veel van alles. Het is eigenlijk topsport. Het kan alleen door het constant te verbeteren..”

Stop je daarmee, dan volgt eerst een tijd van herstel. „En dat is het moment dat je geduld moet hebben”, zegt Bart. „dan moet je doorzetten.”

Omschakelen vraagt veel geduld

Uiteindelijk loont het, ziet hij nu. „Nu zijn het alleen nog maar bloemen en planten”, vertelt hij. „Het komt naar boven omdat het de kans krijgt. Hetzelfde geldt voor de gesloten gedeeltes, die heb ik ecologisch omheind. De helft blijft ruw en dat geeft alle ruimte aan dieren en hun jongen. Alles groeit. En het water loopt er net zo goed doorheen.”

Zijn koeien zijn ook gezonder en met de nodige investeringen in een nieuwe melkrobot kan hij efficiënter werken. „Aan de ene kant verlies je iets, maar aan de andere kant krijg je er weer wat bij”

Het is een systeemverandering, zegt zijn vrouw. „Het ging er altijd om zoveel mogelijk liters uit een koe te halen. We groeiden op met het idee van Mansholt, nooit meer honger. Maar dat past niet meer. Daar moeten we afscheid van nemen.”

„Je springt in het diepe”, zegt Geertje. „Het is onverstandig. Maar je hebt een visie en je houdt je eraan. En dan kom je op een punt dat je iets ziet gebeuren. En dat is de beloning voor geduld..”

Ze kijkt haar man aan. „Zeg ik dat goed?” Hij knikt. „Ja. Dat is correct.”