
7 vinkjes voor
natuurinclusieve landbouw
Vele grote maatschappelijk opgaven komen samen op het boerenerf. Urgenda werkt samen met boeren aan oplossingen en ondersteunt 20 boeren met de transitie naar regeneratieve landbouw met meer biodiversiteit en gezonde voedselproductie.
Samen in transitie
Met de visie Landinzicht laat Urgenda zien dat we Nederland van eigen bodem kunnen voeden en tegelijkertijd werken aan oplossingen voor de grote opgaven rondom natuurherstel, schoon water en klimaat. Maar voor boeren is het een grote opgave, waar we bij willen helpen.
Urgenda start in 2025 met de eerste gangbare akkerbouwers en veehouders, om te laten zien dat het kán: met 1.000 euro per hectare voor 10 jaar kan elke boer omschakelen naar een geheel natuurinclusieve werkwijze. Met deze boeren gaan we een relatie aan voor 10 jaar. Want we geloven in een systeem waarin we naast de boer staan en samen de lasten en het risico dragen. Zo worden we samen sneller duurzaam. Geen ingewikkelde administratie en steeds veranderende regelgeving, maar 7 heldere win-win maatregelen en meer onderling vertrouwen. Daar plukt iedereen de vruchten van!
lees hier meer over de opzet van het 7-vinkjesproject.
De 7 vinkjes
Urgenda formuleerde 7 veranderingen voor natuurinclusieve landbouw voor boeren met grond (akkerbouwers en veehouders). De boeren in het 7 vinkjes project krijgen ondersteuning met kennis en advies om binnen 10 jaar aan minimaal 5 van de 7 vinkjes te gaan voldoen.
1. De bodem is de basis
Teelt uit volle grond met zorgvuldig bodembeheer ter bevordering van een hoge bodemkwaliteit, met name door toepassing van methoden en technieken die het bodemleven verrijken, of in elk geval sparen. Te denken valt aan maatregelen zoals beperkte, of niet-kerende grondbewerking, gebruik van lichte(re) machines en vaste rijpaden, verruiming van de vruchtwisseling (akkerbouw), toepassing van groenbemesters en zorgvuldige recycling van organische reststromen zoals compost en digestaat.
2. Geen kunstmest
Van kunstmest naar organische meststoffen die het bodemleven voeden in plaats van schaden, zoals compost en stalmest, en het inzetten van stikstofbinders en andere groenbemesters. Kunstmest draagt niet bij aan een gezond bodemleven, maar de productie en toediening zorgt voor veel emissie van broeikasgassen en stikstof.
3. Zo min mogelijk pesticiden
Uitsluiting, of minimaal decimering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, in het bijzonder afbouwen van het gebruik van de meest milieubelastende en schadelijke middelen.
4. 10% Landschapselementen
Indien percelen van het boerenbedrijf deels of geheel worden ingericht met meer permanente landschapselementen zoals bomen, struiken, waterpartijen en/of kruidenrijk grasland dan blijven deze elementen minimaal 20 jaar onderdeel van het teeltsysteem op de betreffende percelen.
5. Meer bomen
Doelbewuste integratie van landschapselementen zoals heggen, hagen, poelen, bloemranden, boomsingels en/of voedselbossen in het teeltsysteem op minimaal 10% van de totale oppervlakte landbouwgrond van het boerenbedrijf; ontwerp en aanleg van de beoogde landschapselementen en/of voedselbossen dienen zoveel mogelijk gericht te zijn op de vorming van een fijnmazig netwerk van agrarische natuur op bedrijfsniveau.
6. Extensieve veeteelt
Indien er dieren worden gehouden dan is er sprake van extensieve, grondgebonden veeteelt met gemiddeld maximaal 1,5 GrootVee-Eenheden (GVE) per hectare landbouwgrond, bijvoorbeeld op oude of kruidenrijke graslanden.
7. Koe in de wei
Indien er sprake is van veeteelt, dan dient transport van vee, mest en veevoer tot het minimum te worden beperkt; voor vee geldt een minimum van 3000 uur weidegang ter bevordering van een diervriendelijk en zoveel mogelijk gras-gevoerde (rund)veehouderij.
Het laatste nieuws
Doe mee
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Voor boeren
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.