Landbouwbedrijf Wensink Eert Bio VOF

In het Brabantse Steenbergen breidt biologische melkveehouder Joost van Eert uit met 83 hectare reguliere grond, met het doel naast zijn grasland en voedergewassen ook teelten voor humane consumptie te gaan introduceren. Hiervoor slaat hij de handen ineens met Victor Wensink, jonge boer mét groene vingers maar zonder land, zodat hij kan gaan ondernemen op deze nieuwe grond. Het land wordt de komende jaren omgeschakeld naar biologisch, en in plaats van intensieve gangbare akkerbouw wil hij hier een bouwplan met een ruime vruchtwisseling (1:7) opzetten met 4 jaar graskruiden en 3 jaar gewassen voor humane voeding. Ze beginnen waarschijnlijk met spinazie, knolselderij en knoflook en breiden dit dan langzaam uit.

Over het bedrijf

Huidige situatie
  • 177 ha eigen grond, 210 ha natuurgrond (pacht)
  • melkveebedrijf met 300 GVE
  • teelt snijmais en veldbonen-tarwe
Toekomst
  • 83 ha grond wordt omgeschakeld naar biologisch
  • bouwplan: 4 jaar kruidenrijk grasland, 3 jaar groente (onder ander spinazie, knolselderij, knoflook)

Updates van Victor Wensink en Joost van Eert

Er zijn (nog) geen updates gevonden.

De 7 vinkjes

1. De bodem is de basis

Teelt uit volle grond met zorgvuldig bodembeheer ter bevordering van een hoge bodemkwaliteit, met name door toepassing van methoden en technieken die het bodemleven verrijken, of in elk geval sparen. Te denken valt aan maatregelen zoals beperkte, of niet-kerende grondbewerking, gebruik van lichte(re) machines en vaste rijpaden, verruiming van de vruchtwisseling (akkerbouw), toepassing van groenbemesters en zorgvuldige recycling van organische reststromen zoals compost, mulch en maaimeststoffen.

2. Geen kunstmest

Van kunstmest naar organische meststoffen die het bodemleven voeden in plaats van schaden, zoals compost en stalmest, en het inzetten van stikstofbinders en andere groenbemesters. Kunstmest draagt niet bij aan een gezond bodemleven, maar de productie en toediening zorgt voor veel emissie van broeikasgassen en stikstof.

3. Zo min mogelijk pesticiden

Uitsluiting, of minimaal decimering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, in het bijzonder afbouwen van het gebruik van de meest milieubelastende en schadelijke middelen.

4. 10% Landschapselementen

Op elke hectare leggen we landschapselementen aan om de bovengrondse biodiversiteit te ondersteunen. Denk aan heggen, hagen, poelen, natuurlijke waterkanten, keverbanken en bloemenstroken. Deze beslaan 10% van de grond onder het bedrijf en passen bij de streek.

5. Meer bomen

Een landbouw met bomen is beter bestand tegen het veranderende klimaat. Daarom planten we meer bomen, op plekken waar dat kan. En dan vooral ook bomen en andere houtige soorten die bijdragen aan de voedselproductie zoals fruit- en notenbomen. Bomen en andere permanente landschapselementen blijven minimaal 20 jaar onderdeel van het teeltsysteem.

6. Extensieve veeteelt

Indien er dieren worden gehouden dan is er sprake van extensieve, grondgebonden veeteelt met gemiddeld maximaal 1,5 GrootVee-Eenheden (GVE) per hectare landbouwgrond, bijvoorbeeld op oude of kruidenrijke graslanden.

7. Koe in de wei

Indien er sprake is van veeteelt, dan dient transport van vee, mest en veevoer tot het minimum te worden beperkt; voor vee geldt een minimum van 3000 uur weidegang ter bevordering van een diervriendelijk en zoveel mogelijk gras-gevoerde (rund)veehouderij.

Maak ook kennis met

WhatsApp Image 2025-11-12 at 11.31.32-2
Ton en Wilma te Riele

Ton & Wilma te Riele

Veehouder
Wijhe
"Een gezonde bodem betekent ook gezondere dieren, en daarmee ook gezonder voedsel voor onszelf."
Foto Dina Kaput
Dina & Gerko2

Gerko & Dina Kaput

Akkerbouwer
Bellingwolde
"We zien toekomst in het werken naar een gezonde bodem die humus gaat produceren. Een essentieel proces om de geoogste producten van vitaminen en spoorelementen te voorzien. Dit is de basis om in de toekomst gezond voedsel te leveren aan de consument"