Gert Brommer & Albert van den Belt
- Gemengd bedrijf
- Darp
- 30 ha

Gert en Albert zijn 'nieuwe' boeren
In het Drentse Darp runnen Gert Brommer en Albert van den Belt samen een gemengd gangbaar bedrijf met 50 runderen op 30 hectare grond, bestaande uit 15 hectare grasland en 15 hectare akkerbouwgrond. De komende jaren willen zij de kringloop in het bedrijf sluiten, meer gewassen gaan telen die geschikt zijn voor humane consumptie en het restmateriaal dat dan overblijft, is voor de koeien.
Albert en Gert zijn ‘nieuwe boeren’. Het boeren zit bij beide heren in de familie, maar de toegang tot land liet op zich wachten. Toen zich de kans voordeed om een bedrijf te pachten is die met beide handen aangegrepen. Albert, opgeleid als dierenarts en werkzaam in de agrifoodsector, heeft zijn kennis van rundvee, voeding en fokkerij meegenomen naar het bedrijf. Gert, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf en werkzaam als teeltadviseur, brengt een rijke teeltkennis in. Samen vullen ze elkaar goed aan.
Boeren in een kwetsbaar gebied
Het bedrijf van Gert en Albert ligt nabij een Natura 2000-gebied en midden in een grondwaterbeschermingsgebied waar strenge regels gelden rondom gewasbescherming en bemesting. Deze uitdagingen zien Gert en Albert niet als beperking, maar als richtinggevend. Hun doel: toewerken naar een landbouwsysteem met zo min mogelijk externe input als mengvoer, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Het uitgangspunt is om te boeren zoals dat past binnen hun omgeving. De natuur, de bodem en de dieren staan in hun aanpak centraal.
Welke vinkjes zijn een uitdaging?
De akkerbouwpercelen worden ingezet voor gewassen als tarwe, aardappelen en mais. Een deel daarvan is bestemd als veevoergrondstof en wordt extern afgezet. Uiteindelijk willen de boeren toewerken naar het telen van zoveel mogelijk gewassen die geschikt zijn voor humane consumptie. Het restmateriaal dat overblijft in combinatie met (natuur)hooi is voor de koeien en deze maken er een waardevolle grondstof van in de vorm van (op de duur) vaste stalmest voor de bemesting van de percelen.
De keuze voor het Lakenvelderras is een bewuste. Deze dubbeldoelkoeien kunnen goed overweg met laagwaardige partijen hooi en reststromen. Daarnaast wordt door gericht kruisen (en daarmee de productie van waardevol genetisch materiaal) een bedreigd zeldzaam huisdierras voor uitsterven behoed. Met name de niet-stamboekdieren en de ossen worden gebruikt voor de productie van hoogwaardig vlees. De koppel loopt in een familiegroep en zoveel mogelijk buiten op de graspercelen. Met een geringe hoeveelheid krachtvoer en veel aandacht voor bodem en biodiversiteit houden Albert en Gert hun kringloop zoveel mogelijk gesloten. Om het beheer van grasland en het benutten van groenbemesters te optimaliseren worden binnenkort een aantal schapen van het Swifter-ras ingezet.
Het bedrijf voldoet nu al aan de norm van 1,5 GVE/ha en 3000 uur weidegang wordt ook al behaald. Maar niet elk vinkje is zo eenvoudig. Met name het reduceren van het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen is een flinke uitdaging die vraagt om tijd en stap-voor-stap afbouwen.
Maar in een omgeving waar aan gangbare landbouw steeds strengere eisen worden gesteld, willen Gert en Albert laten zien dat het anders kan. De financiële vergoeding wordt daarom onder andere gebruikt voor nieuwe aanplant van hagen en het testen van nieuwe methodes om te komen tot een lager gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest.
Op weg naar lokale afzet, succesvolle fok en natuurbeheer
De boerderij van Gert en Albert is nog in opstart en een paar koeien per jaar worden lokaal verkocht via het eigen netwerk. In de toekomst denken de boeren aan een webshop of verkoop van vlees op het eigen terrein. De verkoop in de korte keten is noodzakelijk om de juiste marge te krijgen voor het bijzondere vlees en de extensieve manier van werken te financieren.
Andere inkomsten worden verkregen uit de fok van de Lakenvelders en het uitvoeren van natuurbeheerdiensten voor Staatsbosbeheer. Maar ook andere inkomstenstromen, door verbreding van de bedrijfsactiviteiten, worden in de toekomst niet uitgesloten.
Over het bedrijf
Huidige situatie
- 15 ha akkerbouw
- 15 ha grasland
- zand
- 50 lakenvelders
Bouwplan
- frietaardappel
- tarwe
- erwt
- gerst
- snijmais
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Het globale stappenplan
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
Lorem ipsum
Lorem ipsum dolor sit amet consectetur adipisicing elit sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam quis nostrud. Consectetur adipisicing elit sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam quis nostrud.
Lorem ipsum dolor sit amet consectetur adipisicing elit sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam quis nostrud. Consectetur adipisicing elit sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam quis nostrud.
De 7 vinkjes
1. De bodem is de basis
Teelt uit volle grond met zorgvuldig bodembeheer ter bevordering van een hoge bodemkwaliteit, met name door toepassing van methoden en technieken die het bodemleven verrijken, of in elk geval sparen. Te denken valt aan maatregelen zoals beperkte, of niet-kerende grondbewerking, gebruik van lichte(re) machines en vaste rijpaden, verruiming van de vruchtwisseling (akkerbouw), toepassing van groenbemesters en zorgvuldige recycling van organische reststromen zoals compost en digestaat.
2. Geen kunstmest
Van kunstmest naar organische meststoffen die het bodemleven voeden in plaats van schaden, zoals compost en stalmest, en het inzetten van stikstofbinders en andere groenbemesters. Kunstmest draagt niet bij aan een gezond bodemleven, maar de productie en toediening zorgt voor veel emissie van broeikasgassen en stikstof.
3. Zo min mogelijk pesticiden
Uitsluiting, of minimaal decimering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, in het bijzonder afbouwen van het gebruik van de meest milieubelastende en schadelijke middelen.
4. 10% Landschapselementen
Indien percelen van het boerenbedrijf deels of geheel worden ingericht met meer permanente landschapselementen zoals bomen, struiken, waterpartijen en/of kruidenrijk grasland dan blijven deze elementen minimaal 20 jaar onderdeel van het teeltsysteem op de betreffende percelen.
5. Meer bomen
Doelbewuste integratie van landschapselementen zoals heggen, hagen, poelen, bloemranden, boomsingels en/of voedselbossen in het teeltsysteem op minimaal 10% van de totale oppervlakte landbouwgrond van het boerenbedrijf; ontwerp en aanleg van de beoogde landschapselementen en/of voedselbossen dienen zoveel mogelijk gericht te zijn op de vorming van een fijnmazig netwerk van agrarische natuur op bedrijfsniveau.
6. Extensieve veeteelt
Indien er dieren worden gehouden dan is er sprake van extensieve, grondgebonden veeteelt met gemiddeld maximaal 1,5 GrootVee-Eenheden (GVE) per hectare landbouwgrond, bijvoorbeeld op oude of kruidenrijke graslanden.
7. Koe in de wei
Indien er sprake is van veeteelt, dan dient transport van vee, mest en veevoer tot het minimum te worden beperkt; voor vee geldt een minimum van 3000 uur weidegang ter bevordering van een diervriendelijk en zoveel mogelijk gras-gevoerde (rund)veehouderij.